Frisdrank

In 1956 werd het woord frisdrank bedacht door de reclamemaker Dick Schiferlj voor koolzuurhoudende limonade. Het wordt ook wel priklimonade genoemd, volgens de Nederlandse warenwet worden ook niet-koolzuurhoudende dranken zoals limonade, sportdranken en energiedranken tot frisdrank gerekend. Een typische frisdrank bestaat uit koolzuurhoudend water, suikers en aroma's. Eventueel zijn hieraan vruchtenextracten en hulpstoffen toegevoegd.

In de zeventiende eeuw worden in Italië al gesuikerde vruchtendrankjes gedronken. De drankjes werden toen nog vernoemd naar de vrucht waarvan zij waren afgeleid, Limoenade en Orangeade en grenadine. Langzamerhand werd limonade de overkoepelde naam.

Koolzuurgas werd in 1750 ontdekt door de Schotse chemicus Joseph Black. In 1770 ontdekte de Engelse scheikundige Joseph Priestley een methode om water met koolzuur te verrijken. Het was niet tot 1834 dat limonade met koolzuur en een smaakje werd geproduceerd. In 1870 waren de dranken, Tonic en Ginger Ale, een slaand succes.

De massaconsumptie van frisdrank komt pas op na de tweede wereldoorlog vanuit Noord-Amerika naar Europa overwaaien. Nu is frisdrank in de hele wereld razend populair. De Nederlander dronk in 2006 gemiddeld 98 liter frisdrank.

Vrijblijvende offertes
3 Gratis offertes in 1 minuut
Betaal nooit te veel